Passie: sinds de niet-over-het hoofd-te-negeren-opkomst ervan, ervaar ik grote weerzin tegen het woord ‘passie’. Passie die men heeft voor nóem het maar op (koken, vissen, coachen, Leiderschap (dan wel met een hoofdletter het liefst)) of passie waar men dan bij gebrek eraan naar op zoek moet. Want passie móet!
Mag het een onsje minder? Ík heb geen passie (ben wel af en toe gepassioneerd), hoewel er bést aardig wat activiteiten zijn die ik graag doe en waaraan ik plezier beleef.
Lees ik in de bijlage van het FD op 17 juni de onderbouwing voor die weerzin! Door Menno de Bree: artikel mannen-met-passies. Kijk: dát bedoel ik nou! En op 8 juli deed hij het wéér: mij blij maken (ik had bíjna geschreven: “innig gelukkig”, want ik lijd ook regelmatig aan opklopperij en superlatieven die, wanneer gebezigd met spot en ironie, de conversatie bést kunnen opleuken) toen hij de hype van managementboeken onderuit schoffelde: artikel laffe-managementboeken. Kijk: dát vind ik nou óók!
Nou maar hopen dat hij ook gaat schrijven over ‘inspiratie’. Die je tegenwoordig kunt halen bij Ikea, Praxis, Blokker, HEMA, en in welke hoedanigheid (geïnspireerd) je je werk bij voorkeur moet doen of dan wel zorgen dat je het wórdt (geïnspireerd). Prima om leuke ideeën op te doen! Ook heel fijn als je overwegend met plezier werkt! Heel goed om te onderzoeken hoe je en waar je met méér plezier kunt werken als je overwegend zónder plezier werkt. Maar hebben we het dan over inspiratie, in al die gevallen?
Menno de Bree weet vást beter wat ik bedoel. Daarom hoop ik ook zo op die column! Steek ik de loftrompet over Menno de Bree: lees niet mij, lees die man, en de schrijvers en sprekers die écht wat te zeggen hebben! Laat de rest links liggen; dat scheelt je een hoop tijd en onzinnigheid.